Norm inzake de toepassing van de ISA’s in België

Op verzoek van de minister van Economie werd het ontwerp van norm inzake de toepassing van de nieuwe en herziene ISA’s in België (dat hem eind 2016 ter goedkeuring werd voorgelegd) aangepast. Op 21 juni 2018 heeft de Raad van het Instituut de norm tot wijziging van de norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA’s in België aangenomen. Deze norm is bedoeld om de ISA’s (de herziene ISA’s en ISA 701) van toepassing te maken in België op de wettelijke controle van de jaarrekening zoals bepaald in artikel 16/1 van het Wetboek van vennootschappen. Naar analogie, zullen deze ISA’s eveneens van toepassing zijn op de controle van financiële overzichten (audit) die door of krachtens een in België van toepassing zijnde wet of regelgeving aan de commissaris of uitsluitend aan een bedrijfsrevisor wordt toevertrouwd of op de controle die gepaard gaat met de bekendmaking, voor entiteiten die niet specifiek door het Wetboek van vennootschappen worden beoogd, van het verslag bedoeld in de artikelen 144 en 148 van het Wetboek van vennootschappen.

 

De bedrijfsrevisor kan er eveneens toe gebracht worden om beoordelingsopdrachten uit te voeren van tussentijdse historische financiële informatie, in het kader van een wettelijke controle van de jaarrekeningen. In dit opzicht laat ISRE 2410 de samenhang van de opdracht in zijn geheel toe.

 

De Hoge Raad voor de Economische Beroepen (HREB) keurde deze norm op 26 juli 2018 goed en deze treedt in werking voor de controle- en de beoordelingsopdrachten met betrekking tot boekjaren die zijn afgesloten vanaf de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, hetgeen gebeurd is op 12 maart 2019. Deze norm is beschikbaar op de website van het IBR.

 

 

Bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde ISA’s (verslag conform art. 144/148 W. Venn.)

Samen met bovenvermelde norm heeft de Raad van het Instituut op 21 juni 2018 ook de bijkomende norm (herzien in 2018) bij de in België van toepassing zijnde ISA’s – Het commissarisverslag in het kader van een wettelijke controle van de (geconsolideerde) jaarrekening en andere aspecten met betrekking tot de opdracht van de commissaris aangenomen.

 

De bijkomende norm (herzien in 2018) beoogt het rechtstreeks opnemen van de wijzigingen die het gevolg zijn van de vereisten die voortvloeien uit de Europese audithervorming, uit de Europese Richtlijn over niet-financiële informatie en uit de ISA’s die door de norm (herzien in 2018) inzake de toepassing in België van de ISA’s worden beoogd, met inbegrip van ISA 701 en de herziene ISA’s.

 

Deze bijkomende norm (herzien in 2018) behandelt de Belgische bijzonderheden met betrekking tot het commissarisverslag, alsook andere aspecten met betrekking tot de opdracht van de commissaris, met name de in de Belgische wettelijke en bestuursrechtelijke context vereiste bijkomende schriftelijke bevestigingen en het nazicht van de neerlegging van de (geconsolideerde) jaarrekening en van de door artikel 100, § 1, 5°, 6°/1, 6°/2 en § 2 van het Wetboek van vennootschappen beoogde documenten.

 

In de bijlagen van de bijkomende norm (herzien in 2018) worden diverse modelverslagen opgenomen.

 

De Hoge Raad voor de Economische Beroepen (HREB) keurde deze norm op 26 juli 2018 goed en deze treedt in werking op de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad van het bericht tot goedkeuring van de minister die bevoegd is voor Economie, hetgeen gebeurd is op 12 maart 2019. Deze norm is beschikbaar op de website van het IBR.

 

 

Norm inzake de gedeelde opdrachten uitgevoerd bij KMO’s en kleine vzw’s

Op vraag van de minister van Economie, heeft het Instituut samen met het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten een ontwerp van norm met betrekking tot de controle van KMO’s en kleine vzw’s, (i)vzw’s en stichtingen uitgewerkt. Deze norm is een gemeenschappelijke norm voor de bedrijfsrevisoren en de externe accountants en is van toepassing op de contractuele controle- en beoordelingsopdrachten en de gedeelde wettelijk voorbehouden opdrachten, uitgevoerd bij hetgeen door deze norm “kmo’s of kleine vzw’s” wordt genoemd. De term “kmo of kleine vzw” wordt heel precies gedefinieerd door de norm. Deze norm is niet van toepassing op opdrachten inzake de wettelijke controle van de jaarrekening zoals bedoeld in artikel 16/1 W. Venn. en op opdrachten die door of krachtens een in België van toepassing zijnde wet- of regelgeving aan de commissaris of uitsluitend aan een bedrijfsrevisor of een accountant, worden toevertrouwd.

 

De Hoge Raad voor de Economische Beroepen (HREB) keurde deze norm op 21 november 2018 goed en deze treedt in werking op de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad van het bericht tot goedkeuring van de minister die bevoegd is voor Economie, hetgeen gebeurd is op 12 maart 2019. Deze norm is beschikbaar op de website van het IBR.

 

 

Norm inzake de antiwitwaswetgeving

Ten gevolge van de intrekking van de wet van 11 januari 1993 door de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, werd een bijwerking van de norm voorgesteld. Deze werd opgesteld op grond van een gemeenschappelijk reglement uitgewerkt door de Instituten van de drie economische cijferberoepen (IBR-IAB-BIBF).

 

Op 4 oktober 2018 heeft het Interinstitutencomité (IBR-IAB-BIBF) zich opnieuw gebogen over het ontwerp van gemeenschappelijk reglement tot voorkoming van het witwassen van geld en van de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, dat aan de basis ligt van het ontwerp van norm van het IBR, om te proberen een gemeenschappelijke benadering voor de drie instituten te definiëren. Er werd besloten om artikel 4 van dit gemeenschappelijk reglement en paragraaf 2.4 van het ontwerp van norm van het IBR te herschrijven.

 

Een nieuwe vraag tot goedkeuring is ingediend bij de Hoge Raad voor de Economische Beroepen (HREB) op 18 december 2018. Het ontwerp van norm is beschikbaar op de website van het IBR.